In veel Nederlandse tuinen liggen nog oude olietanks begraven. Sinds de overschakeling op aardgas zijn die niet meer in gebruik. Vroeg of laat gaan olietanks, met ernstige bodemvervuiling tot gevolg. U bent verplicht het te melden en actie te ondernemen als u een tank ontdekt nabij uw huis.


Tanks die na 1 maart 1993 en vóór 1 januari 1999 door een zogenaamd KIWA-erkend bedrijf zijn gesaneerd, hoeven niet te worden verwijderd omdat ze al zijn geleegd en schoongemaakt. Een niet gesaneerde olietank moet worden verwijderd door een KIWA-erkend saneringsbedrijf. Dit geldt ook voor onjuist gesaneerde tanks (voor 1998 zonder KIWA). De eigenaar is verantwoordelijk voor de schade als een dergelijke tank gaat lekken en bodemvervuiling veroorzaakt.

Als u in de tuin een putdeksel, koperen dop, ontluchtingspijp of vreemde verzakkingen ziet, heeft u hoogstwaarschijnlijk een olietank in de grond. Deze ligt meestal hooguit één meter diep begraven.

Meldplicht
Als u een tank vindt, bent u verplicht dit bij de gemeente te melden. Ook bij verkoop van een woning bent u het verplicht te melden als u weet van een tank.De meeste tanks liggen in gebieden die pas laat zijn aangesloten op het gasleidingennet, maar het bouwjaar van een huis geeft niet per se uitsluitsel.
Tips
  • Alleen een KIWA-erkend bedrijf mag olietanks verwijderen. De tank en de leidingen worden uitgegraven, schoongemaakt en weggehaald. Het gat wordt opgevuld met schoon zand. U krijgt dan het KIWA-saneringscertificaat.
  • In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw is op veel plaatsen een 'Actie Tankslag' uitgevoerd door de landelijke overheid. Helaas waren deze saneringen soms onvoldoende. Mochten deze tanks alsnog problemen geven,dan kan de gemeente besluiten ze toch te laten verwijderen door de eigenaar.
Regels op een rij
  • Vóór 1 september 1993 moesten alle tanks bij de gemeente worden gemeld. Vindt u alsnog een tank, meld dit dan zo snel mogelijk bij de gemeente.
  • Alle niet meer in gebruik zijnde tanks moesten voor 1998 worden verwijderd of gesaneerd worden door een KIWA-erkend bedrijf. Is uw tank gesaneerd maar heeft u geen KIWA-saneringscertificaat, dan kan het zijn dat de tank alsnog verwijderd moet worden. Neem hierover contact op met de gemeente.
  • Sinds 1 januari 1999 worden tanks niet meer gesaneerd maar worden ze altijd verwijderd.
  • Tanks die nog in gebruik zijn moeten jaarlijks worden gekeurd.

Olietanks en het milieu
De olieresten uit oude of slecht gesaneerde tanks kunnen in de bodem terecht komen en olieverontreiniging veroorzaken. Bomen en planten kunnen doodgaan en er kan stankoverlast ontstaan. Ondergrondse kabels kunnen worden aangetast. En ook kan er schade ontstaan aan drinkwater- en rioolleidingen


Waar liggen nog olietanks?
De meeste tanks liggen in gebieden die pas laat zijn aangesloten op het gasleidingennet. Ook in oudere wijken in de steden liggen onder de grond nog veel tanks bij huizen die gebouwd zijn vóór 1970. Vanaf halverwege de jaren 60 zijn olietanks steeds minder vaak toegepast.

Overigens is het bouwjaar van een huis geen absolute garantie dat er geen olietank ligt. In uitzonderingsgevallen zijn er ook bij recenter gebouwde huizen oliegestookte CV-installaties toegepast, bijvoorbeeld omdat er geen aansluiting op het gasnet is of was.

Hoe vindt u de tank
Als u in de tuin een putdeksel, koperen dop, ontluchtingspijp of vreemde verzakkingen ziet, heeft u hoogstwaarschijnlijk een olietank in de grond. Even met een metalen staaf in de grond prikken, in de buurt van de kelder of de kruipruimte, kan ook uitsluitsel geven. Olietanks liggen nooit meer dan een meter diep. Eventueel kan een metaaldetector helpen. In de kelder of de kruipruimte wijst een loze leiding op olieaanvoer.

Oude olieleidingen zijn makkelijk te herkennen. Ze hebben een doorsnede van 10-15 millimeter. Dat is tweemaal zo dik als een gasleiding. Dichtgemaakte gaatjes in de muur zijn een indicatie dat er vroeger leidingen hebben gelopen. De ontluchtingsleiding van een olietank is verticaal langs de buitenmuur gemonteerd. De diameter is ongeveer 40 millimeter. Vroegere bewoners en buren zijn soms ook op de hoogte. Ook oliehandelaren weten in de meeste gevallen welke huizen vroeger oliestook hadden. en andere mogelijkheid is om een gespecialiseerd bedrijf te laten komen dat ter plekke een onderzoek kan doen.

Wat te doen bij vondst
Iedereen die een ondergrondse opslagtank in zijn tuin vindt, is verplicht dit bij de gemeente te melden. Omdat olietanks een gevaar voor de bodem vormen, kan dit het beste zo spoedig mogelijk gebeuren. Hoe later dat gebeurt, hoe groter de kans op ernstige bodemverontreiniging en bijbehorende extra saneringskosten. De eigenaar is hiervoor wettelijk aansprakelijk. Na melding bij de gemeente moet de eigenaar de tank laten verwijderen.

Wanneer is verwijderen niet nodig
Tanks die na 1 maart 1993 en vóór 1 januari 1999 door een zogenaamd KIWA-erkend bedrijf zijn gesaneerd, hoeven niet te worden verwijderd. Dit betekent dat de tank is leeg- en schoongemaakt en vervolgens is afgevuld met schoon zand of een ander goedgekeurd vulmiddel. U heeft hiervoor een certificaat gekregen. Ook tanks die vóór 1 maart 1993 gesaneerd zijn, al of niet door een KIWA-erkend bedrijf hoeven niet verwijderd te worden. Tenzij de gemeente vindt dat de eigenaar aanvullende maatregelen moet nemen. Deze aanvullende maatregelen worden in de regel ook door een KIWA-erkend bedrijf verricht.

Sanering voor 1998? Vaak onvoldoende!
Voor 1998 saneerden bedrijven of gemeenten tanks soms op de verkeerde manier. De tank werd leeggepompt maar vaak werd niet alle olie uit de tank verwijderd. Er bleef een mengsel van water en olie in de tank achter dat op de bodem ging roesten. Ook kwam het voor dat tanks na het leegpompen werden gevuld met water of absorberende korrels.

Deze tanks moeten opnieuw worden bekeken en zo nodig verwijderd. Als u indertijd een KIWA-saneringscertificaat hebt ontvangen, dan kunt u ervan uit gaan dat de tank afdoende gesaneerd is. Heeft u geen KIWA-saneringscertificaat, en is de tank na 1993 gesaneerd, dan kunt u het beste contact opnemen met de gemeente. U bent verantwoordelijk voor eventuele bodemvervuiling die door een lekkende tank is veroorzaakt. Hoe langer een tank blijft liggen, hoe erger de lekkage en hoe hoger de saneringskosten.

Regels voor olietanks in gebruik
Ongeveer twintigduizend huishoudens hebben nog een olietank in gebruik. Daarvoor geldt een aantal regels.
  • Eerst moet de tank worden gekeurd. Een KIWA-erkend bedrijf gaat na hoe de conditie van de tank is. Als de tank niet meer aan de huidige eisen voldoet, kan dit een reparatie of vervanging betekenen.
  • Vervolgens wordt ook een bodemonderzoek gedaan. Daaruit kan de verplichting tot bodemsanering voortvloeien.
  • Zijn de tank en de bodem onderzocht en goed gekeurd, dan moeten zowel de tank als het grondwater voortaan jaarlijks worden gekeurd..
  • Ook moet de eigenaar zich verzekeren tegen de gevolgen van eventuele bodemvervuiling. Deze maakt deel uit van een milieuaansprakelijkheidsverzekering.

De kosten voor de keuring en verzekering van een olietank zijn dus aanzienlijk. Een alternatief voor een ondergrondse olietank is een bovengrondse tank die boven een lekvrije bak staat. Zo'n tank is half zo duur als een ondergrondse tank. Bovengrondse tanks moeten wel aan milieu-eisen voldoen. Die staan in het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer.

Verkoop woning met tank in de tuin
De verkoper is verplicht de aanwezigheid van een tank (al of niet nog in gebruik) te vermelden in het koopcontract. In het modelcontract van de Vereniging Eigen Huis en de Nederlandse Vereniging van Makelaars is hierover een bepaling opgenomen. Een verkoper is verplicht om een ongesaneerde olietank (die niet in gebruik is) te laten verwijderen door een KIWA-erkend bedrijf, voordat het huis wordt verkocht. Het saneringscertificaat wordt bij de overdracht van het huis overhandigd aan de koper.

Als de verkoper niets zegt over het bestaan van een ongesaneerde olietank, terwijl hij/zij hier van wel op de hoogte is, dan kan de koper hem/haar later voor de schade aansprakelijk stellen.

Grond in erfpacht
Sinds 1999 berust in erfpachtsituaties de verplichting voor het verwijderen van een oude tank bij de erfpachter, oftewel de bewoner van het huis. In erfpachtsituaties moest de aanwezigheid van een ondergrondse tank vóór 1 oktober 1998 bij de gemeente gemeld zijn.

KIWA-certificaat
Voor een afdoende gesaneerde olietank moet een KIWA-saneringscertificaat afgegeven zijn. KIWA is het keuringsinstituut voor onder meer rioleringen en waterleidingen. Alleen erkende saneringsbedrijven leveren een dergelijk certificaat. Het certificaat geeft u de garantie dat de problemen definitief uit de wereld zijn. Kijk voor meer informatie op Keurmerk water.
Regelgeving
Voor 1 september 1993 moest de aanwezigheid van ondergrondse, niet gesaneerde tanks bij de gemeente worden gemeld. De regel was dat alle tanks voor 1998 moesten worden verwijderd of gesaneerd door een KIWA-erkend bedrijf.

De regels zijn in augustus 1998 aangepast in het besluit genaamd 'BOOT 1998' (Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks). Volgens deze regeling mocht u tot 1 januari 1999 kiezen tussen saneren, of onklaar maken en verwijderen van de opslagtank. Vanaf 1999 worden tanks niet meer gesaneerd maar steevast verwijderd. Ook tanks waarvan een eerdere sanering te wensen over laat, moeten alsnog verwijderd worden. De gemeente ziet daarop toe.
Faes Internet Solutions © Copyright milieucalamiteitenservice 2009